Mijn schoolloopbaan begon in Rouveen. Eerst een kleuterschool (Hervormd) en daarna de lagere school die was van vrijgemaakte snit. Mijn broers – twee – en de zussen – vier – hebben volgens mij allemaal (gedeeltelijk) vrijgemaakt vervolgonderwijs gehad.















Na de lagere school ging ik naar de LTS (algemeen christelijk) Leuk weetje mijn vader werkte op de administratie van die school en gaf soms ook les. Ik heb nog les van mijn vader gehad. Mijn eerste Godsdienst leraar na de lagere school was een gevangenispredikant. Hij stelde ons tijdens een les onder meer de vraag: ” wat kan je het beste tegen een kater doen?” Bleu als we waren wisten wij dat natuurlijk niet. U als lezer toch wel? Het is mijn vermoeden dat mijn broers en zussen in het vervolgonderwijs geheel andere vragen kregen voorgeschoteld tijdens de Godsdienstlessen.



Alleen maar jongens.
Was ik dan zo’n techneut? Nee, dat nou ook weer niet. Er is door mijn ouders en het hoofd van de lagere school op mij ingepraat dat het misschien beter was dat ik naar de mavo in Meppel ging. Waarom ik mij toen niet heb laten overtuigen? Als ik daar nu aan terug denk dan denk ik dat dit onder meer te maken had met het feit dat één van de beste techneuten van de lagere school, naar de LTS ging.
Na de LTS ben ik gaan werken als leerling monteur bij een motoren revisiebedrijf te Meppel. Eén dag in de week ging ik toen naar de streekschool in Zwolle. Daar werd ik bijgespijkerd in de motoren leer. Razend interessant de techniek van automotoren. Die school heb ik niet afgemaakt.
Medische redenen gaven de doorslag te stoppen als leerling monteur. Zo kwam ik op de LEAO – Prins Johan Friso school – in Zwolle terecht. (Helaas heb ik op dit moment van die periode geen foto’s). Die heb ik in twee jaar met succes afgerond. Toen ik aan de MEAO (De Factoor) begon had ik al drie studie jaren “verloren”. In het eerste jaar ging het vak recht mij bijzonder goed af. Het leek logisch in het tweede jaar daarom de bestuurlijke kant te kiezen.
Wat volgde was een dramatisch slecht vervolg. Als ik daar nu aan terug denk had dit vooral te maken met het feit dat ik onbewust op een verkeerde plek ging zitten in de klas waardoor ik de docent niet goed kon verstaan en ik veel aan informatie miste. Ik had niet geleerd op een gezonde assertieve manier op te komen voor mijn beperking.
Uiteindelijk heb ik de MEAO na vier jaar afgerond. Met diploma en één van het zwaarste vakkenpakket met zevende vak.
Na de MEAO twijfelde ik over een vervolgopleiding. Wel of niet starten met een Hbo-opleiding. Inmiddels had ik vier studie jaren verloren. In de periode dat ik op de MEAO zat werd ik door een zwager gestimuleerd literatuur te gaan lezen. Redelijk veel gelezen in die periode. Toen merkte ik ook dat ik veel nog niet had gelezen.


Uiteindelijk ben ik mijn hart gaan volgen en heb ik mij ingeschreven voor de deeltijdstudie HBO – Journalistiek. Bij de groepsopdrachten in het café bakte ik er echter niks van. Toen dacht ik als dit de Journalistiek is dan is dat niets voor mij. In mijn vrije tijd ben ik toen op vrijwillige basis later gestart als schrijvende redacteur van de Vinexpress. Uiteindelijke resulteerde dit in een freelance contract voor de Peperbus. Zie ook mijn portfolio elders op deze site.